🇳🇱 Nederlands

Old boys van Buitenlandse Zaken

Apr 29, 2022

"Een cultuur van angst en zwijgen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken."

Is ons Ministerie van Buitenlandse Zaken wel een sterke organisatie met voldoende diversiteit en openheid? Ik werd erover geïnterviewd door dagblad Trouw, nadat minister Hoekstra de benoeming van een topvrouw blokkeerde. 

‘Tijdens afgelopen plaatsingsrondes werd geen enkele vrouw op één van de grote posten geplaatst, zoals Ankara, Parijs of Madrid.’

https://www.trouw.nl/politiek/een-old-boys-network-over-de-zwijg-en-angstcultuur-bij-buitenlandse-zaken~b4216c9e/ 

Dat Hoekstra als nieuwkomer op BZ meteen zo’n omstreden beslissing neemt, toont aan ‘dat hij niet aanvoelt wat er allemaal binnen zo’n departement speelt’, zegt oud-diplomaat Nori Spauwen. Zij heeft zes jaar voor BZ gewerkt, onder meer in Parijs en als coördinator diversiteit in Den Haag. “Er zijn twee stromingen binnen BZ. Eén stroming, ook aan de top, wil dat het verandert. En dan is er een clubje, overwegend mannen, die dat gewoon niet willen. Die ervaren zo’n verandering als een verlies van de BZ-identiteit. Bij BZ vinden ze zichzelf heel bijzonder vergeleken met andere ministeries. Deels is dat te begrijpen. Diplomatie is echt wel een ander vak dan beleid op nationaal niveau. Maar BZ moet beseffen dat ze niet alleen een vriendenclub zijn, maar ook Nederland vertegenwoordigen in het buitenland. De samenleving heeft daar dus ook iets over te zeggen.”


De ophef van vorige week over Hoekstra’s ingreep rijt diepe wonden open. ‘Als mensen aan de top mensen blijven uitkiezen die op hen lijken, zelfs als een ander meer geschikt is bevonden, komen we nooit vooruit’, tweette Spauwen. ‘Zo lang Hoekstra zijn topambtenaren mag uitzoeken op basis van of ‘het klikt’, zullen dit allemaal dezelfde types zijn’.

Ook ervaren diplomaat Berber van der Woude noemt de ultieme ingreep van Hoekstra bij de topbenoeming een ‘ongelukkige politieke keuze’. Maar ze werpt ook meteen de vraag op in hoeverre zijn medewerkers hebben geprobeerd hem ervoor te behoeden. “De departementsleiding kan stevige tegendruk geven. De vraag is in hoeverre dat hier is gebeurd. We zijn erg gevoelig voor wat de minister vindt.”

Volgens Van der Woude is de huidige diversiteitskwestie eerder de ‘uitkomst van een bepaalde cultuur’ dan een op zichzelf staand probleem. In die cultuur voert geslotenheid, vaak vermomd als ‘discretie’, de boventoon. Dat heeft ook een weerslag op hoe er intern wordt omgegaan met grensoverschrijdend gedrag.

“Er heerst een zwijg- en angstcultuur”, zegt Spauwen. “Zelfs de inspectie die moet achterhalen of er misstanden zijn op ambassades, houdt BZ in eigen hand. Dat zijn dus de vriendjes van de ambassadeur. Je durft je ook niet uit te spreken als BZ’er, want je moet elke drie jaar in de molen voor een nieuwe plaatsing. Wie beslist over je eventuele promotie? Je direct leidinggevende. Dus kijk je wel beter uit om aan de bel te trekken over eventueel grensoverschrijdend gedrag van die leidinggevende. De opvatting binnen BZ is dat melden toch geen zin heeft. Het enige dat je bereikt, is dat je je eigen carrière schaadt.”