Opinie: Feministische diplomatie, gewoon omdat het moet
Jan 02, 2023Feministische diplomatie, gewoon omdat het moet
Nori Spauwen
Met een betere (rechts)positie voor vrouwen gaat de wereld er sociaal én economisch flink op vooruit. Daarom staat dit nu voor veel landen centraal in de diplomatie. Nederland is ook ‘om’ en ontwikkelt een nieuwe visie op feministisch buitenlandbeleid. Mooi, want het is tijd voor forse stappen, schrijft Nori Spauwen in haar opiniebijdrage.
Als vrouwen wereldwijd op hetzelfde niveau als mannen meedoen aan arbeidsmarkt en politiek, kan de mondiale economie in tien jaar met 25% groeien, becijferde McKinsey in 2015. We zijn hiervoor nog niet goed op weg, rapporteerde de VN deze week: in 2030 zullen méér meisjes en vrouwen in armoede leven dan vandaag. Op basis van deze harde cijfers raadt McKinsey landen dan ook aan om nu stevig in te zetten op gendergelijkheid.
Wat kun je doen? Stuur meisjes naar school. In haar boek 'De XX economie' onderbouwt Linda Scott hoe toegang tot onderwijs voor meisjes elk land miljarden extra welvaart brengt en miljarden aan kosten bespaart. Toen de Taliban in 2001 de macht verloren in Afghanistan, steeg het percentage meisjes dat naar school ging van 0% naar 80%. Babysterfte nam juist met 50% af. Samenlevingen die vrouwen onderdrukken zijn onveiliger, instabieler, en economisch minder succesvol.
Ook op andere vlakken is gendergelijkheid cruciaal. Conflicten ontstaan vaak als politieke systemen door mannen worden gedomineerd. Zo rekruteert Boko Haram soldaten door hen ‘echtgenotes’ aan te bieden; in de onderdrukte samenleving in Nigeria kunnen jongens anders geen vrouw vinden. En Rwanda kon zich opnieuw uitvinden door vrouwen op leiderschapsposities te zetten (61% van het parlement is nu vrouw, tegen 30% in Nederland).
Dichter bij huis kost geweld tegen vrouwen Europa jaarlijks €366 mrd. Dat berekende het Gender Instituut van de EU op basis van kosten voor zorg en rechtsgang en gedorven economische output.
Van Canada tot Zweden
Als je deze cijfers ziet, zou je denken dat gendergelijkheid in onze diplomatie centraal zou moeten staan. Veel landen komen dan ook tot die conclusie. Een 'feministisch buitenlandbeleid' wordt het genoemd, en na Zweden werd dit ook ingevoerd door Canada, Frankrijk, Mexico, Luxemburg, Spanje, Duitsland en Chili. En wie in Parijs langs het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken op de Quai d'Orsay loopt, leest het in grote letters op de gevel: Diplomatie Féministe. Sinds 2018 staat in elk onderdeel van het Franse buitenlandbeleid de gelijkheid tussen mannen en vrouwen centraal, en de regering-Macron schreeuwt dat graag van de daken.
Recent sprak de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Annalena Baerbock, in Berlijn op de conferentie ‘Shaping Feminist Foreign Policy’. In een vurig betoog legde zij uit waarom ook Duitsland voor een feministisch buitenlandbeleid heeft gekozen: 'Als grote delen van de bevolking niet worden gezien als gelijken, kan geen samenleving haar potentieel bereiken, en zal er geen vrede en veiligheid zijn.' In de hartverscheurende situatie in Afghanistan, waar vrouwen nu hardhandig uit de publieke ruimte en het onderwijs worden gewerkt, ziet Baerbock dat 'oude' diplomatie geen antwoord biedt op de huidige crises.
Recht op abortus
Voor dit soort bezield feministisch leiderschap moeten Nederlanders lang terug: Lilianne Ploumen wist in 2016 nog de wereld achter zich te krijgen toen zij 'SheDecides' oprichtte, voor toegang tot abortus wereldwijd. Gelukkig is ons kabinet nu ook aangestoken. Na vragen van D66-senator Petra Stienen en een Kamermotie van de PvdA, besloten Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) hun visie op een feministisch buitenlandbeleid te gaan ontwikkelen. De ministers meldden de Kamer de urgentie te voelen 'juist nu genderongelijkheid wereldwijd verergert, geweld tegen vrouwen en meisjes toeneemt en vrouwen economisch het zwaarst getroffen worden'. Schreinemacher voegt de daad bij het woord: zij werd onlangs SheDecides-ambassadeur en kaartte vorige week in Texas het recht op abortus aan.
Nederlandse diplomaten kunnen wel degelijk verschil maken. Als lobbyist bij de VN zag ik dat ons land als een van de weinige structureel zijn nek durft uit te steken voor mensenrechten. We zijn een klein land, maar kunnen voor dit soort onderwerpen internationaal absoluut onmisbaar zijn. Zweden, dat in 2014 als eerste voor 'feministische diplomatie' koos, laat sindsdien de diplomaten in elk gesprek dat zij voeren gendergelijkheid adresseren. Aan de onderhandelingstafels in Parijs en Genève kon ik de klok erop gelijkzetten: of het gesprek nu gaat over klimaat of over oorlog, Zweden wijst op de rechten van vrouwen.
Gaan Nederlandse diplomaten nu dit voorbeeld volgen? En hoe zal hun kennis en kunde worden versterkt? Het adresseren van machtsstructuren vraagt lef én expertise. Nog een reden om het interne diversiteitsbeleid serieuzer te nemen. De afdelingen binnen het ministerie die hiervoor weinig oog hebben, zijn ook de afdelingen met de minste diversiteit en de minste vrouwen in leiderschapsposities.
Aan de bak
Ook andere ministeries moeten aan de bak. In Nederland wordt elke 8 dagen een vrouw vermoord. 45% van de Nederlandse vrouwen heeft fysiek of seksueel geweld meegemaakt. We kunnen andere landen niet vertellen wat zij moeten doen als wij ons huis zelf niet op orde hebben.
En hoe neemt Nederland dit onderwerp mee in het handelsbeleid? Recent noemde Schreinemacher Egypte, China, en Saoedi-Arabië als belangrijke handelspartners. het zijn landen die structureel en ongegeneerd vrouwenrechten schenden.
'Ik ben een feminist', zo verdedigde Wopke Hoekstra dit voorjaar zijn slechte track-record in het benoemen van vrouwen op topposities. Laten we hopen dat onze diplomatieke dienst zijn motto met bezieling gaat uitdragen.
Nori Spauwen is politiek filosoof en oprichter van Embassy of Change.
Lees het volledige artikel: https://fd.nl/opinie/1451751/feministische-diplomatie-gewoon-omdat-het-moet-qul2caRPtJJD